Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet, [35]uw huis wordt ulieden woest gelaten. En voorwaar, Ik zeg u, dat gij Mij niet zult zien, totdat [de tijd] zal [36]gekomen zijn, als gij zult zeggen: Gezegend [is] Hij, Die komt in den Naam des Heeren! 35. Dat is, de tempel en stad. 36. Dat is kort daarna enigszins vervuld, zie hfdst.19 vs.38, en zal volkomen volbracht worden ten uitersten dage.